Persoonlijke ontwikkeling

EVT zoekt verdieping voor een hoger peil: Hoe niet meer de boodschap maar juist het personage centraal komt te staan.

Op 25 juni 1949 doet EVT mee aan een weekendcursus van de Nederlandse Amateur Toneel Unie (NATU), samen met een vereniging uit Hengelo. De cursus wordt gegeven door Herman Sternheim, een acteur en regisseur uit Amsterdam. In totaal traint hij dat weekend een 25-tal leden gedurende 12 uur. Er worden plannen gesmeed om een nieuw stuk te gaan spelen dat nog niet door het beroepstoneel is uitgevoerd. Aan het slot van het weekend dankt de heer Greve namens EVT de heer Sternheim hartelijk.

De NATU is net voor de oorlog ontstaan nadat het rapport over het dilettantentoneel is uitgebracht. Het doel is de verheffing van het amateurtoneel zodat het een culturele factor van betekenis kan worden. Na de oorlog wordt het werk voortvarend opgepakt. EVT schrijft: “De NATU omvat de meest belangrijke toneelverenigingen en stelt zich ten doel door het uitgeven van goede stukken, het organiseren van toneelkampen, het geven van cursussen in toneelspel en regie, het amateur-toneel hoger op te voeren.”(1) Het EVT is erkentelijk voor het vele dat de NATU voor de amateurtonelisten uit het hele land doet.

Midden jaren 50 geeft de Unie het Handboek voor het Amateurtoneel uit met maar liefst drie delen: spel, regie en aankleding. Het geeft een goed beeld van het toneel in de jaren ’50. Wat als eerste opvalt is dat het handboek afstand neemt van Herman Heijermans: “Heijermans’ oeuvre dat voor het belangrijkste deel een halve eeuw geleden geschreven werd is hier en daar wel verouderd. (…) Zijn ellende-schildering is al met al voor de huidige tijd weinig overtuigend meer.”(2) De opvoeringsstijl is meer symbolisch geworden. Wat betreft de beschrijvingen van decor en aankleding ligt de nadruk ook minder op realisme: de aanwijzingen zijn vrij technisch van aard, vooral gericht op wat een vereniging zelf kan maken. De speltechniek komt zo ook terug in de aandacht voor dictie, mimiek en plastiek.

Karakterschema voor rolopbouw, Handboek Amateurtoneel, deel 1, 1955, p. 127-128

Toch is de beschreven speelstijl op een andere manier realistisch: het moet psychologisch kloppen. Persoonlijkheid speelt hierbij een belangrijke rol. Uit de persoonlijkheid van de schrijver en zijn achtergrond ontstaat met de persoonlijkheid van de regisseur en diens achtergrond de opvatting van het stuk: de visie op stemming, karakter, speelstijl en uiterlijke vorm. Er is ook veel aandacht voor de opbouw van de persoonlijkheid van de rolfiguren. De speler dient zich een goed beeld te vormen van de persoon die hij gaat spelen, diens intelligentie, verhouding tot de buitenwereld en verhouding tot zichzelf. Deze wijze van rolopbouw staat in sterk contrast met de manier waarop de boekjes voor de oorlog rollen beschreven: toen veel meer aan de hand van sociale conventies en maatschappelijke posities.

Tubantia, 19 mei 1957

Met deze psychologische insteek komt de persoonlijke ontwikkeling van de acteurs ook meer op de voorgrond te staan. Spelers worden met naam genoemd in programma’s en recensies. Een NATU hoofdbestuurslid heeft “slechts lof voor de wijze waarop de EVT-leden zich met veel opoffering door het volgen van cursussen verder bekwamen in het toneelvak.”(3) De meeste spelers werken enthousiast aan zichzelf en bezoeken plaatselijke trainingsochtenden en scholings- en regiecursussen. Wethouder Bout vindt het van meer belang dan het optreden, “dat de spelers geruime tijd gezamenlijk aan een stuk werken en zich erin verdiepen. Een mooier stuk vormingswerk is niet denkbaar.”(4) Enschede gaat tot de sterkste steunpunten van de NATU behoren. “EVT is doorgestoten van het peil van een alleszins verdienstelijke amateurgroep tot het niveau waarop het beste amateurtoneel in den lande zich beweegt.”(5) Zo luidt de conclusie als EVT in 1965 de Overijsselse amateurtoneelwedstrijd wint.

Enschede’s Vrije Toneel krijgt professionele leiding. De beroepsacteur en toneelpedagoog Arend Hauer – vader van Rutger Hauer  – komt over de IJssel.

Referenties
(1) Jubileum-courant Enschede’s Vrije Toneel 1902-1952
(2) Loggem, M. van. (1955). Handboek van het amateurtoneel (Deel II). Amsterdam: Bezige Bij, p. 29.
(3) Twentsche Courant, 3 februari 1962
(4) Tubantia, 3 februari 1962
(5) ibid.