Een nieuw begin

Na de oorlog pakt Enschede’s Vrije Toneel de draad weer op. Om dan een hele andere richting in te slaan.

Op 10 januari 1948 treedt EVT op met De Spooktrein, een thriller van de Engelse acteur en toneelschrijver Arthur Ridley. Het stuk vertelt het verhaal van zes gestrande reizigers die de nacht doorbrengen op een verlaten station. Zal een dodelijke spooktrein inderdaad om middernacht aankomen op dit station? 

Na de oorlog probeert EVT de oude draad weer op te pakken. De eerste optredens worden gegevens in 1946, maar dan speelt EVT ook meteen vier verschillende toneelstukken. Er wordt dat jaar 200 gulden opgehaald voor stakers in Enschede, in 1947 doet EVT mee aan een avond voor de 45-jarige Algemene Nederlandse Geheelonthouders Bond en in 1948 volgt een benefiet voor de speeltuinvereniging Steven Fenne. Op de 1-mei vergadering van de vrije socialisten spelen ze samen met de Arbeidersmuziekvereniging Excelsior en Zangvereniging Geluk door Vrijheid. In 1949 herdenken ze het 25-jarig overlijden van Herman Heijermans met een opvoering van Allerzielen. In 1950 spelen ze weer diens Eva Bonheur. De doorgaans zeer korte besprekingen in de krant zijn weer positief, het publiek is enthousiast. 

EVT gaat na de oorlog echter ook andere stukken spelen. In 1948 staat De Spooktrein op de rol, gevolgd door stukken als Een Bruid Kwam op BezoekDe Privé VerpleegsterDe Kat en de Kanarie, Een Goede Buur is Beter… . Het zijn allemaal van oorsprong Engelstalige blijspelen en thrillers. De bevrijders brengen de Engelse taal mee en daarmee ook dergelijke successtukken, die ook vaak verfilmd zijn.

Het politieke landschap is sterk veranderd na de oorlog: de Partij van de Arbeid, opvolger van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, komt in de regering. Onder leiding van Willem Drees wordt Nederland stap voor stap omgevormd in een verzorgingsstaat. Bij het 55-jarig bestaan van EVT merkt wethouder Bout op: “Het gezelschap werd gevormd uit z.g. vrije socialisten, die stellig hebben bijgedragen aan de bewustmaking van de arbeiders, hetgeen voor de maatschappelijke ontwikkeling van niet te schatten betekenis is geweest. Dat oorspronkelijk uit arbeiders gevormde toneelgezelschappen, thans volkstoneel brengen, waarvoor de belangstelling ver uitgaat buiten de kring van waaruit zij voortgekomen zijn, is een bewijs van de veranderende maatschappij, waaraan ook EVT heeft bijgedragen.”(1)

Uit het programmaboekje van Nummer 17

Het werk in de textielfabrieken verliest langzaam aan status, al maakt de industrie mede dankzij de Marshallhulp nog een laatste bloei door. Af en toe wordt nog gestaakt, maar de verhoudingen lijken te normaliseren. In 1955 wordt zelfs het stuk Nummer 17 van Heijermans opgevoerd in een voorstelling van gezamenlijke toneelverenigingen, waaronder naast EVT ook de Tubantia Loge meespeelt, de toneelvereniging van de fabrikanten. De samenwerking tussen EVT’ers als Lorjé, Greve, Edelenbos, Roordink en Tubantiaspelers als Ter Kuile en Van Heek is “voorbeeldig geweest”(2) en heeft geleid tot “een genoeglijke avond” (3).

Na de oorlog lijkt er een grote hang naar goed vermaak: “Teneinde tegemoet te komen aan veler wens om een echt gezellig blijspel te brengen is besloten tot een weliswaar pretentieloos, maar toch amusant, onderhoudend spel, waarvan wij overtuigd zijn, dat het het publiek een genoeglijke avond zal bezorgen.”(4)

Toch blijft EVT zich in de jaren ’50 terdege bewust van haar taak en verantwoordelijkheid tegenover de gemeenschap. “Een belangrijk voordeel van het amateurtoneel is dat er zoveel minder afstand is tussen publiek en spelers dan bij het beroepstoneel, om te zwijgen van de televisie waar helemaal geen contact is.”(5) In 1952 wordt een spel van strijd en eerzucht tussen blanken en kleurlingen in de nieuwe wereld gespeeld met als oproep: “Deze toestanden zullen blijven bestaan, zolang de rest der wereld, ook U en wij allen, passief blijft toezien”.(6) Op 4 mei 1955 is er een optreden ter herdenking van de gevallenen tijdens de Duitse bezetting.

Volgende keer: EVT zoekt verdieping voor een hoger peil: Hoe niet meer de boodschap maar juist het personage centraal komt te staan.

Referenties
(1) Jubileumcourant, uitgegeven ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan van het Enschede’s Vrije Toneel
(2) Programma No. 17, 18-20 juli 1955
(3) Tubantia, 19 juli 1955
(4) Programma van de feestelijkheden ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan op 18 mei 1957.
(5) Jubileumcourant, uitgegeven ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan van het Enschede’s Vrije Toneel
(6) Tubantia, 3 februari 1962