Meer absurd theater

Enschede’s Vrije Toneel blijft lange tijd interesse houden in het absurdistisch theater. Ze winnen er zelfs prijzen mee en dingen mee voor het nationaal jandjuweel. 

Op 28 mei 1983 wint EVT de Twentse Amateurtoneeldag in Hengelo met Op weg naar Tar van Fernardo Arrabal. “Het stuk wekt enorme spanning, de eenheid van de voorstelling komt geen moment in gevaar en het niveau laat aan ambachtelijkheid nauwelijks iets te wensen over.” (1) EVT wordt met het stuk zelfs winnaar van de Overijsselse voorrondes van het nationaal jandjuweel: “Wij vonden het daarom zo boeiend omdat wij heel sterk het gevoel hadden dat de spelers wisten wat ze speelden”.(2) Op weg naar Tar gaat over Lis en Fando die op weg zijn naar Tar, land van geluk en vrede. Het is onbereikbaar voor iedereen, maar toch wil iedereen er naartoe. Lis is verlamd en Fando zorgt voor haar. Naast saamhorigheid laat Arrabal ook de schijnwereld en kwellingen zien die ze voor elkaar opbouwen. 

Enschede’s Vrije Toneel speelt Op Weg naar Tar

Breder laat het theater van het absurde vooral de zinloosheid van de menselijke conditie ervaren, de beperkingen van zelfkennis, taal, communicatie, conventies en macht. Ook de vorm weerspiegelt zinloosheid. In plaats van klassieke onderscheiden als komedie of tragedie laat in het absurde theater het komische juist het tragische zien. Absurde stukken hebben geen duidelijke plot met een begin, midden en eind. Ze hebben vaak een cyclische structuur: ze eindigen waar ze begonnen zijn. Of ze vergroten het thema steeds verder uit tot het stuk uiteen valt, zoals in De Kale Zangeres. Ionesco spreekt ook wel van anti-theater.(3)

Het absurde theater wil geen werkelijke personages laten zien die een speelbal zijn van maatschappelijke structuren, zoals in het sociaal realisme van Herman Heijermans. Het gaat ook niet om karakters en karakterontwikkeling, zoals in het psychologisch realisme van Eduard Verkade. Het is des te opvallender hoe absurde toneelstukken toch zo’n sterke invloed kunnen hebben op het publiek. Ze zijn juist in staat om een diepe psychologische waarheid over te brengen die tegelijkertijd heel subjectief en universeel is. Juist het toneel kan deze complexe ervaring goed overbrengen doordat het een heel gevarieerd medium is van visuele elementen, licht, geluid, beweging en taal. Met als doel om mensen aan te zetten om de absurditeit van hun leven onder ogen te zien en ermee in het reine te komen. (4)

Als EVT Op Weg naar Tar eind jaren ’60 voor het eerst speelt – met discussie achteraf – wordt Arrabal net ontdekt in avant-garde schouwburgjes in Parijs (3). EVT speelt zich daarna door bijna de hele canon van het absurde toneel. Van voorlopers als het expressionisme van Roger Vitrac en het epische theater van Bertolt Brecht tot klassiekers als Ionesco, Arrabal, Adamov, Pinter, de Obaldia, Frisch, Mroczek, Dürrenmatt, Albee en Havel en opvolgers zoals Van Warmerdam. Alleen Beckett ontbreekt in het repertoire.

Enschede’s Vrije Toneel speelt Op Weg naar Tar

Frouwke, al meer dan 50 jaar lid en erelid van EVT: “Op Weg naar Tar, dat was mijn eerste grote rol. Meestal zijn de rollen wel ongeveer even groot, maar dit waren eigenlijk twee spelers plus nog drie mannetjes. De regisseur koos mij uit voor de rol. Ik was stomverbaasd. Ik zag mij er in eerste instantie niet in. Maar toen ik erover nadacht, dacht ik: ‘ja het is eigenlijk wel mooi. Ik was er echt blij mee. Het is de beste rol die ik ooit gespeeld heb. De mooiste rol misschien wel.We hebben het heel veel uit gespeeld ook, in andere theaters. En we werden ook gevraagd. Aan het eind van het stuk lag ik een keer op het toneel en dan wacht ik altijd tot het licht uit gaat en dan sta ik op en dan wandel ik weg. Maar het licht ging niet uit. Toen heb ik, ik weet niet hoe lang, op dat toneel gelegen, tot ik dacht: licht of geen licht, ik ga weg. Het publiek was toen al grotendeels verdwenen.Ik vond het een prachtig stuk, ik heb het heel vaak gespeeld. Dat was dus inderdaad absurdistisch, van Arrabal. We hebben meer stukken gedaan die absurdistisch waren. Op een goed moment, dan ben je er klaar mee. Dan wil je ook wel weer eens een keer gewoon.”

Volgende keer: Enschede’s Vrije Toneel pakt voor het 85-jarig jubileum groots uit met Bertolt Brecht. De vereniging blijkt een eigenzinnige club, maar het draait op het spelplezier. 

Referenties
(1) Twentsche Courant, 30 mei 1983 
(2) Brief Overijssels Centrum voor Amateurtoneel, zonder datum
(3) Esslin, M. (1980). The theatre of the absurd. Harmondsworth: Penguin.
(4) Tubantia, 5 april 1967