Tijdens een grote werkstaking wordt Enschede’s Vrije Toneel opgericht. Wie zijn de mensen die zich inzetten voor kunst en socialisme?
Op zondag 2 februari 1902 vindt de oprichting plaats. Het is twee weken nadat er een werkstaking van dekenwevers is begonnen in de fabriek van Van Heek en Co. Een bemiddelingspoging door minister van binnenlandse zaken Abraham Kuyper is de vrijdag ervoor mislukt, 1600 arbeiders zullen na het weekend worden uitgesloten van werk.
De oprichters willen door toneelspel de strijd der arbeidersbeweging kracht bijzetten: voor kunst en socialisme. Onder hen zijn de fabrieksarbeiders Johan Dove, Jetje Leuvelink, Hendrik Wagelaar, Matheus Minnegal en Jan Zwolman en stukadoor Hendrik van Hummel. Ook andere spelers uit de beginjaren zijn fabrieksarbeiders, zoals de Lansinks en de Van het Reves. De oprichters zijn actief in vrije socialistische groepen, die vechten voor rechten voor arbeiders, tegen de kiesplicht of voor het vegetarisme.
Ze hebben waarschijnlijk niet meer dan lagere school gevolgd en in de fabriek gewerkt vanaf hun twaalfde. Dat betekent twaalf uur per dag, 6 dagen in de week hitte, stank en lawaai: een temperatuur van 30 graden, een luchtvochtigheid boven de 80%, de geur van kolen en olie en een geluidsniveau van 100dB. Toch vinden ze tijd en energie om een toneelvereniging op te richten om hun idealen uit te dragen.
Over Johan Dove is de meeste informatie te vinden. Een jaar na de oprichting treden hij en Jetje Leuvelink in het huwelijk. Het huwelijk blijft kinderloos maar ze worden wel pleegouders. Johan wordt eind september 1902 ontslagen tijdens de naweeën van de grote werkstaking. Hij begint een winkel in garen en band, later in aardappelen en groente. Nog weer later staat hij samen met Matheus Minnegal op de markt om ijzerwaren en wasmachines te verkopen. Beiden zijn betrokken bij de oprichting van de gemengde zangvereniging Geluk door Vrijheid en Johan is penningmeester van de arbeidersmuziekvereniging Excelsior. Ook is hij bestuurslid van het Domela Nieuwenhuis Fonds dat de socialistische voorman een onbezorgde oude dag wil bezorgen. Zijn winkel aan de Veldkampstraat wordt jarenlang genoemd als één van de adressen waar kaartjes voor voorstellingen kunnen worden gekocht. Maar er zijn bij hem ook kaartjes voor allerlei socialistische manifestaties te verkrijgen. Johan blijft bijna 50 jaar actief lid, tot zijn overlijden in 1951. “Zijn liefde en plichtsbetrachting voor onze vereniging zal ons steeds een voorbeeld blijven”.(1) Hij ligt, net als enkele andere EVT-leden van het eerste uur, begraven op de Oosterbegraafplaats.
De eerste regisseur is Hendrik van Ollefen, die eerder al Victoria heeft aangezet om betere stukken te gaan spelen. Hij is jarenlang onderwijzer aan de eerste openbare school aan de Brinkstraat en wordt een zeer verdienstelijk onderwijzer genoemd. Hij heeft geen opleiding als regisseur, maar is zelf een begaafd toneelspeler met een ‘diploma voor welsprekendheid’. In een voordrachtwedstrijd voor onderwijzers wint hij een prijs in de categorie poëzie. Later geeft hij een presentatie van het boek Alleen op de wereld met dertig lichtbeelden. Zijn prestaties als regisseur worden geroemd: “een woord van lof komt toe aan de regie van de heer van Ollefen die blijkbaar waakt voor overdrijving”.(2) “De knappe regisseur kent zijn mannetjes. Ze waren alle ‘geknipt’ voor hun rol.”(3)
Volgende keer: Het eerste stuk dat Enschede’s Vrije Toneel speelt is ‘De macht van het Geld’: propaganda van de socialist Johan Tusveld.
Laatste wijziging 23 augustus 2021
Referenties:
(1) Tubantia, 23 Maart 1951
(2) Tubantia, 15-11-1910
(3) Recht door Zee, 24-11-1905