Een vrije vereniging moet zorgen voor zijn eigen geld. Aan steun voor het Enschede’s Vrije Toneel is echter geen gebrek.
Op 9 juni 1923 houdt EVT een soirée voor donateurs. De zaal van Ons Huis is keurig met sparrengroen en guirlandes versierd en er staan feestelijk getooide tafeltjes. De voorzitter opent met een welkom waarin hij de hoop uitspreekt dat “de band van het EVT met allen, die haar een goed hart toedragen, mag blijven bestaan, ja, dat in de toekomst den band nog hechter moge worden.”(1) In de pauze wordt een tombola gehouden met mooie prijzen. Daarna is er een optreden van een mandoline-orkest. Vervolgens is er een opvoering van het stuk Mozes Mendelssohn, waarin de jongejuffrouw Sientje Greve op verdienstelijke wijze meespeelt. Ze is dan 6 jaar en zal later ook mee gaan spelen bij EVT. Na de pauze wordt er een klucht opgevoerd in één bedrijf: De Vrijage in het Kamp. “Het was een goed geslaagde avond die door een gezellig bal besloten werd.” (1)
Het moet voor de Tweede Wereldoorlog niet eenvoudig zijn geweest om een vereniging draaiende te houden. Er bestaat in die tijd nog geen subsidie van de gemeente, maar voor EVT betekent dit ook vrijheid. De vereniging is vooral aangewezen op de inkomsten die uit de optredens komen. Het lukt EVT goed om publiek te werven en aan zich te binden. Er zijn vaak dicht bezette en uitverkochte zalen. Er wordt zelfs een aantal van 2.500 toeschouwers bij twee voorstellingen genoemd. “De geheel bezette zaal en balcon bewezen trouwens, dat deze vereeniging reeds zeer populair is en dat haar werken op prijs worden gesteld.” (2)
Om mensen te binden aan de vereniging worden er donateurs geworven, die gratis toegang krijgen tot voorstellingen. Er wordt in de krant geadverteerd om donateurs te werven of hen op te roepen zich te melden. In de jaren ‘20 en ‘30 organiseert EVT regelmatig soirées voor deze trouwe groep. Ze worden meestal in de zomer gehouden, tussen de opvoeringen die altijd in het voorjaar en het najaar gegeven worden. In de jaren ‘30, als de latere sterspeler Marie Edelenbos als zestienjarige bij EVT komt, heeft de vereniging 700 donateurs en een wachtlijst van 200 personen. Marie gaat regelmatig de donaties ophalen, 6 cent per week. Soms moet ze voor dat bedrag twee keer terugkomen.(3)
Om publiek te werven worden van begin af aan alle optredens afgesloten met een bal. Dit staat aanvankelijk onder leiding van Hendrik Ten Berge van de dansschool École des Danses Modernes. Vanaf eind jaren ‘20 neemt Bram Harberink dit over. Ook hij heeft een bloeiende dansschool, waar hij zich richt op moderne ontwikkelingen, zoals de charleston. Hij sluit optredens bij allerlei verenigingen met een bal af. Maar hij organiseert ook zelf bals, waaronder regelmatig een Bal Masquée.
De voorstellingen van EVT worden dus niet alleen vanwege het theater bezocht, maar ze zijn ook echt een sociaal gebeuren. Het “onvermijdelijke bal” na afloop van optredens van muziek- en toneelverenigingen is “zeker niet bevorderlijk tot nawerking der kunstzinnige indrukken”.(4) Ook bij EVT lopen de bezoekers van een voorstelling al de hele avond heen en weer, zijn aan het praten en lachen en al snel doende om de toneelzaal in een balzaal te veranderen: “een gemis aan respect tegenover de spelers.” (5)
Volgende week: De socialisten steunen Enschede’s Vrije Toneel. Enschede’s Vrije Toneel steunt de socialisten. En de klassenstrijd is niet altijd zonder geweld.
Referenties
(1) Tubantia, 11 juni 1923
(2) Tubantia, 5 oktober 1925
(3) Tubantia, 28 december 1976
(4) Blonk, A. (1929). Fabrieken en mensen: Een sociografie van Enschede. Enschede: Twentsch Dagblad Tubantia, p.348
(5) Tubantia, 15 december 1919