Spelen voor de schrijver

In de nieuwe eeuw kiest Enschede’s Vrije Toneel Nederlandstalig repertoire van hedendaagse schrijvers. Eén van hen, Peer Wittenbols, omschrijft EVT als “fysiek, komisch en poëtisch.”

Op 25 november 2005 speelt EVT Tweeduister van Peer Wittenbols, een klassiek Grieks drama in een modern jasje. “De grootste ramp, in de bijna letterlijke zin van het woord, kwam op de dag van de première toen Nederland en zeker Twente, de zwaarste sneeuwval beleefde van de afgelopen decennia. Terwijl wij in het Vestzaktheater de laatste hand legden aan het toneelstuk kwam buiten het leven langzaam maar zeker tot stilstand. Alleen met gevaar voor eigen leven kon je nog door de stad, zodat wij bij de première alleen vijftien toeschouwers hadden, die wel onze trouwste fans moesten zijn. Gelukkig kon iedereen na afloop naar huis komen. De twee dagen daarna kwamen er wel meer mensen, maar het hield niet over.” (1)

Enschede’s Vrije Toneel speelt Tweeduister

EVT kiest vanaf de jaren ’90 steeds meer voor Nederlandstalig repertoire. Voor de Tweede Wereldoorlog is Herman Heijermans onbetwist de meest gespeelde toneelschrijver, zowel bij EVT als door heel Nederland. Na de oorlog wordt er lange tijd veel buitenlands repertoire gespeeld, vooral afkomstig uit Engelstalige, Franstalige en Duitstalige landen. Ook EVT speelt na de oorlog slechts af en toe Nederlandstalige stukken, zoals – opnieuw – repertoire van Heijermans: Eva Bonheur in 1950 en De meid in 1978. Rond 1970 worden Het dansende ezeltje van Erik Vos en de opvolger De pot met de gouden dubbeltjes van EVT-lid Hans Nuberg gespeeld. Ook werk van schrijvers als Hugo Claus (Bruid in de morgen, 1985), Adriaan van Dis (Tropenjaren, 1991) en Judith Herzberg (De deur stond open, 1979) staat op het programma. 

Het toneelseizoen 1994-1995 geldt voor Nederland als een kantelpunt: er worden voor het eerst meer Nederlandse dan vertaalde stukken gespeeld. De behoefte aan nieuwe, Nederlandse verhalen op het toneel lijkt in de eenentwintigste eeuw alleen maar te zijn toegenomen. Ook bij EVT neemt het Nederlandstalig repertoire een hoge vlucht in de 21e eeuw. De helft van de stukken die gespeeld wordt is Nederlandstalig. En van de hand van hedendaagse schrijvers die zich bij uitstek op toneel richten, zoals Alex van Warmerdam (Het NoorderkwartierWelkom in het BosBij het Kanaal naar Links), Peer Wittenbols (TweeduisterLiefdeslied), Maria Goos (Nu even wel, Nu even niet), Moniek Kramer (Een tot nog toe onvervuld verlangen) en Tom Lanoye (Diplodocus Deks). 

Het spelen van modern Nederlandstalig repertoire biedt EVT ook kansen. Met enkele scènes uit Tweeduisterdoet EVT mee aan het festival in het theater van Oostpool in Arnhem, waar Peer Wittenbols huisschrijver is. Naast EVT spelen vier amateurtoneelgroepen uit de omgeving van Arnhem scènes uit de Griekse toneelstukken van Peer Wittenbols. De schrijver omschrijft het spel van EVT als “fysiek, komisch en poëtisch”.(1) 

Enschede’s Vrije Toneel speelt Tweeduister

Zelf zegt EVT erover: “Het blijkt een van de grootste producties van EVT van de afgelopen jaren. Niet alleen de lengte van het stuk (meer dan twee uur), maar ook de opzet en het decor hadden een buitenmaat. … Gelukkig konden wij na veel zoeken terecht in een lege fabriekshal aan de Hendrik ter Kuilestraat in Enschede. Daar konden wij het decor laten staan en in alle vrijheid repeteren, waarbij het overigens niet altijd even warm was. Zeker niet met de buitensporig grote sokken die wij als kostuum droegen.”(1) Maar het blijkt ook een productie met tegenslag. Een speler moet afzeggen en degene die zijn rol overneemt gaat door zijn rug. Na lang beraad wordt besloten de rol alleen nog als een stem mee te laten spelen. En dan valt er sneeuw…

Volgende keer: Enschede’s Vrije Toneel begint een jongerenafdeling, EVTwee genaamd. Forse subsidies maken het mogelijk hierbij internationaal samen te werken. Maar ook jong en oud vinden elkaar.

Referentie
(1) Jaarverslag EVT 2005