Het bezit wordt in de oorlog omgezet in twee kachels. De Joodse regisseur wordt weggevoerd en komt niet meer terug.
Op 29 maart 1941 is het laatste optreden van EVT in de oorlogsjaren. Opgevoerd wordt Het Zevende Gebod, een burgerlijke zedenkomedie van Herman Heijermans. Het vindt niet plaats in Ons Huis, maar in Zaal Engels. Eerder in de oorlog is nog Sonna opgevoerd, een Indisch drama van Jan Fabricius; Phyllis, een comedie van Mr. C. P. van Rossum en Inkeer, waarbij de opbrengst voor het Oorlogsrampencomité is waarin burgemeester Rückert alle hulpverlening uit de gemeente Enschede heeft samengebracht.
In de Tubantia van 28 december 1976 vertellen Marie Edelenbos en Johan Horst hoe EVT de oorlog doorkwam.(1) Het hele bezit wordt omgezet in twee grote kolenhaarden die na de bevrijding worden verloot om zo weer aan voldoende beginkapitaal te komen. Direct na de oorlog neemt EVT uitdrukkelijk afstand van het Enschede’s Toneel, dat wél is blijven optreden tijdens de oorlog. Als Enschede op 1 april 1945 is bevrijd, plaatst EVT meteen een aantal advertenties waarin het aankondigt weer te gaan repeteren. Ook zoekt EVT nieuwe leden en vraagt het donateurs zich weer te melden. Maar bovenal moet EVT op zoek naar een goede regisseur.
Marie Edelenbos vertelt dat EVT gestopt is nadat de Joodse regisseur Mozes Wijnberg voorgoed is weggevoerd: de EVT’ers hebben geen lust meer om te spelen. Wijnberg is de regisseur, die EVT uit het dal na de eerste wereldoorlog haalt. Bij het 35-jarig bestaan memoreert hij de wijze waarop hij als leider bij EVT is gekomen en wijst op “de prettige samenwerking en de grote offervaardigheid der leden”.(2) In verschillende recensies wordt zijn werk geloofd.
Wijnberg regisseert ook de toneelvereniging Grönningerlaand, een vereniging die Groningers in Enschede bij elkaar brengt. Zelf komt hij dan ook uit Leek, een dorpje vlakbij de stad Groningen. In 1920 trouwt hij daar met Greetje Velleman. Waarschijnlijk zijn ze kort daarna naar Enschede verhuisd. Wijnberg is vendumeester bij de groente- en tuinbouwveiling in Enschede. Als zodanig is hij betrokken bij belangrijke evenementen, zoals E.L.I.T.E., een grote tentoonstelling van de land- en tuinbouw in Twente. Op een foto in de krant staat hij samen met fabrikanten als Van Heek en Blijdenstein. Bij een later soortgelijk evenement leidt hij prinses Juliana en koningin Wilhelmina rond.
Wijnberg bemiddelt bij het vinden van een baan voor Palestina-pioniers: Joodse vluchtelingen uit Duitsland die zich in Twente voorbereiden op hun reis naar Palestina. Tussen 1933 en 1942 zijn er meer dan 100 van dergelijke Palestina-pioniers werkzaam in Enschede en Twekkelo. Ze wonen vooral in de villa Haimer’s Eschin Twekkelo, een deel van hen slaapt in het schooltje in Twekkelo.
Eind 1940 wint Mozes Wijnberg bij de kerstpuzzel van Tubantia een zakmes. Dochter Ellie, verkoopster, trouwt in de eerste oorlogsjaren met ene Michiel de Winter. Ze worden alle drie opgepakt bij de eerste razzia’s in Enschede in oktober 1942 en naar Westerbork gebracht. Daar bevalt Ellie in januari 1943 van een zoontje, Jeziais Mozes. Mozes Wijnberg is dan al naar Mauthausen gedeporteerd, waar hij op 30 oktober 1942 overlijdt. Ellie wordt met haar gezin op transport gezet naar Auschwitz. Waarschijnlijk worden moeder en zoon meteen na aankomst vergast. Zij hebben beide dezelfde sterfdatum: 3 september 1943. Vader Michiel sterft op 31 januari 1944 in Auschwitz. Alleen Greetje, de vrouw van Mozes, en hun dochter Sonja overleven de oorlog.
Bij het 50-jarig bestaan van EVT in 1952 wordt Wijnberg uitgebreid herdacht. “In het bijzonder gedenken wij bij deze wijlen de heer Wijnberg, die 25 jaar belangeloos de vereniging gediend heeft en veel heeft bijgedragen aan de bloei en groei van onze vereniging. Helaas moesten wij in de afgelopen oorlog de heer Wijnberg missen. Israëliet zijnde viel hij als slachtoffer van de Nazibeulen. (…) Hij heeft de vereniging gemaakt tot een werkelijke toneelgroep”. (3)
Volgende keer: Na de oorlog neemt Enschede’s Vrije Toneel de draad weer op. Om dan een hele andere richting in te slaan.
Referenties
(1) Tubantia, 28 december 1976
(2) Tubantia, 15 maart 1937
(3) Jubileum-courant Enschede’s Vrije Toneel 1902-1952